Blog Inge Zweers | Botbreuken, & bloedfobie
Mijn man is van zijn mountainbike gevallen op onze eerste vakantiedag. Diagnose: gebroken pols! Ik ben blij dat ik de val niet heb gezien! Mijn tolerantie voor bloed en verkeerd zittende ledematen is laag. Ik trek wit weg, ga intens zweten en neem als ik moet bloedprikken altijd koek en water mee om niet flauw te vallen. Hoe dan ook, Belgische artsen hebben alles weer op z’n plek gezet met een plaat en acht schroeven. Het deed pijn, maar oké, het was in elk geval opgelost! Dachten we…
Bij de controle in Nederland bleek dat de plaat niet goed zat. “Hebben ze geen CT-scan gemaakt?” Nou, nee, dus de hele handel moest eruit en Nederlandse artsen hebben alles met een nieuwe plaat en schroeven in elkaar gepuzzeld. Wederom onthand…
Voorkomen of genezen?
Ik wil Belgische ziekenhuizen niet vergelijken met ons mbo, zeker niet met mijn bloedfobie, maar meermaals ging door mijn hoofd: “Had dit niet voorkomen kunnen worden?” We zijn in het mbo ook gewend om bij het signaleren van ‘een probleem’ (een gebroken pols) gelijk over te gaan tot actie (opereren). De eerste actie is niet altijd de beste actie. Verder kijken we ook weinig terug: Werkte de gekozen oplossing? Was die verandering echt de moeite waard?
Stapsgewijs onderzoeken
Vanuit mijn ervaring als onderwijsonderzoeker volg je bij ‘een probleem’ altijd in zekere zin de stappen van de wetenschappelijke cyclus om een weloverwogen besluit te nemen, werkende oplossingen te kiezen en duurzame veranderingen in te zetten. Vanuit die motivatie ben ik bij ROC van Twente komen werken als practor Versterken Leerproces Niveau 2. Collega’s enthousiasmeren voor onderzoek bleek alleen niet altijd even makkelijk. Onderzoek heeft een wat ‘stoffig’ imago en doet vooral denken aan een ‘heleboel extra werk’! Toch blijkt telkens dat het helpt om stapsgewijs na te gaan: Wat is mijn vraag of probleem (in mijn les, op mijn opleiding – of bij een gebroken pols)? Wat weet ik er al van?
Wat moet ik nog uitzoeken? En welke gegevens heb ik daarbij nodig? Ik verzamel de benodigde gegevens (en dat kan ook klein, bijv. door een gesprek met een collega of door studenten te vragen één tip voor de les op te schrijven), ik analyseer ze en interpreteer ze. Ik trek een conclusie en neem een besluit.
Goed bezig met onderwijsinnovatie en onderzoek
Het zou in ons geval misschien geholpen hebben als de polsbreuk in beginsel beter ‘uitgezocht’ was. Gelukkig doen we dat op ons ROC al heel goed! Veel collega’s volgen een (master)opleiding en doen daarbij onderzoek; sommigen nemen deel aan projecten van practoraten of externe partijen. We doen bijna allemaal mee aan het medewerkers-tevredenheidsonderzoek; en alle docenten ontwikkelen lessen en sturen bij op basis van evaluaties. Met andere woorden: wij zijn al heel goed bezig en dat mogen we dan ook wel eens laten zien! Met trots wil ik dan ook met deze blog de campagne Oog voor Onderzoek aftrappen!
Oog voor onderzoek
Elke onderwijsperiode belichten we mooie voorbeelden van onderwijsinnovatie en onderzoek in ons eigen ROC. Periode 1 heeft als thema studentbetrokkenheid, periode 2 docentprofessionalisering, periode 3 verbinding met het werkveld en periode 4 ouderbetrokkenheid. Deze brede thema’s zijn gekozen vanuit het idee dat veel collega’s hier benieuwd naar zullen zijn. Ik wil iedereen dan ook van harte uitnodigen om zijn/haar eigen onderzoeksbijdrage op die thema’s met ons te delen! Ook wil ik iedereen uitnodigen om thema’s waarover je meer zou willen weten aan te dragen – die thema’s kunnen we in de volgende onderwijsperioden weer belichten. Zo hebben we samen Oog voor Onderzoek op ons ROC!