ROC FOTO ALGEMEEN DAG200039

Nederlands, rekenen en Burgerschap en de examens

Als je een mbo-opleiding gaat doen, krijg je naast je beroepsvakken ook les in Nederlands, rekenen en burgerschap. Doe je een opleiding op niveau 4, dan hoort daar ook nog Engels bij. We noemen dat de basisvaardigheden. Deze vakken horen bij alle opleidingen, omdat je ze nodig hebt in het dagelijks leven én in je werk. Denk aan communiceren met collega’s, een instructie begrijpen of een factuur controleren.

Hoe zit het met de examens?
 

  • Nederlands

    Je maakt examens lezen, schrijven, luisteren en spreken. Een deel van de examens komt van de overheid (centraal examen), een ander deel maakt de school zelf (instellingsexamen). Wat je precies moet doen, hangt af van je opleidingsniveau.
     

  • Rekenen

    Ook voor rekenen doe je examen. Je maakt een instellingsexamen. Dat examen telt mee voor je diploma. Er wordt zoveel mogelijk geoefend met situaties die passen bij jouw beroep.
     

  • Burgerschap

    In dit vak leer je hoe je mee kunt doen in de samenleving. Je leert bijvoorbeeld hoe onze democratie werkt, hoe je omgaat met verschillen tussen mensen en hoe je verantwoordelijkheid neemt. Vaak maak je tijdens je opleiding een portfolio (een soort map met opdrachten of bewijsstukken).
     

  • Engels

    Volg je een mbo-opleiding op niveau 4? Dan maak je ook examen Engels. Hiervoor doe je een centraal- en een instellingsexamen.

Je volgt een opleiding op niveau 2 of 3

Bij een opleiding op niveau 2 of 3 krijg je:

Examenniveau taal
Het examen voor taal is op niveau 2F. Let op: het kan zijn dat een opleiding op niveau 3 besluit om examen te doen op niveau 3F.

Examenniveau rekenen
Niveau 2-opleiding: het examenniveau voor rekenen is mbo-rekenniveau 2.
Niveau 3-opleiding: je doet examen op mbo-rekenniveau 3.

Wat leer je bij deze examens?

  • Nederlands: woorden om je te uiten, teksten schrijven en spelling.
  • Rekenen: breuken, procenten, oppervlakte berekenen en grafieken lezen.

Welk cijfer moet je halen?

  • Je moet voor beide vakken samen minimaal een 5,5 gemiddeld halen.
  • Nederlands: eindcijfer minimaal een 5 (dan moet je voor rekenen dus wel minimaal een 6 halen). Telt mee voor slagen of zakken.
  • Rekenen: eindcijfer minimaal een 5 (dan moet je voor Nederlands dus wel minimaal een 6 halen). Het resultaat van het rekenexamen telt mee voor het halen van je diploma.

Je volgt een opleiding op niveau 4

Bij een opleiding op niveau 4 krijg je:

Examenniveau taal
Het examen Nederlands is op niveau 3F. Het examen Engels is op niveau B1.

Examenniveau rekenen
Het examen is op mbo-rekenniveau 4. 

Wat leer je?

  • Nederlands: een goede woordenschat waarmee je kunt discussiëren en overleggen, teksten lezen en uitleggen.
  • Engels: een goede woordenschat waarmee je gesprekken kunt voeren.
  • Rekenen: grafieken en werktekeningen lezen.

Welk cijfer moet je halen?

  • Nederlands en Engels: eindcijfer voor Nederlands en Engels minimaal een 5 en een 6. Voorbeeld: als je een 6 haalt voor Nederlands, moet je minimaal een 5 halen voor Engels. Of andersom.
  • Rekenen: eindcijfer minimaal een 5 op voorwaarde dat je voor Nederlands en Engels dan een 6 hebt gehaald. Het resultaat van het rekenexamen telt mee voor het halen van je diploma.